De Amerikaanse importheffingen uitgelegd

De importheffingen in een notendop

Door de verhoogde importheffingen zijn Amerikaanse importheffingen nu even hoog als in de jaren ’30. Sinds zaterdag 5 april geldt een ‘universele’ importheffing van 10%. Daarnaast gelden vanaf woensdag 9 april afwijkende importheffingen voor ruim 60 handelspartners waarbij een ‘reciprocal tariff’ (wederkerige heffing) is ingesteld. Deze liggen tussen de 11% en 50% en zijn bedoeld om landen een importheffing te geven die vergelijkbaar zouden zijn met de importheffingen van andere landen richting de VS. Waar de ‘reciprocal tariff’ op de EU 20% bedraagt, valt op dat dit hoger uitvalt voor industrielanden als Japan (24%), Zuid-Korea 25% en Taiwan (32%). Bovendien gaat dit bij China, inclusief twee eerdere importheffingen van 10%, een ‘reciprocal tariff’ van 34% en een nieuwe extra importheffing van 50%, inmiddels om 104%.

Alle importheffingen komen bovenop de productspecifieke most-favoured-nation (MFN) tarieven. De tarieven zijn daarbij alleen van toepassing op de niet-Amerikaanse content van een product, als ten minste 20% van de waarde van het artikel afkomstig is uit de VS (‘US content’). ‘US content’ verwijst naar de waarde van een artikel die komt uit componenten die geheel in de VS zijn geproduceerd of grotendeels in de VS zijn getransformeerd.

Uitzonderingen op importheffingen

Ruim 50% van de Europese export zal onder de op 2 april aangekondigde importheffingen komen te vallen. Dat komt doordat een aantal productcategorieën uitgezonderd is van de 20%-heffing (onder andere chips en medicijnen). Daarnaast zijn er bij een aantal productcategorieën al specifieke importheffingen ingesteld of aangekondigd, die niet onder de 20%-heffing komen te vallen. Zo zijn er 25%-importheffingen op staal, aluminium en afgeleide producten (sinds 12 maart) en auto’s en auto-onderdelen (respectievelijk vanaf 3 april en 3 mei). De Amerikaanse importheffingen werken dus niet cumulatief.

Europese tegenreactie

De Europese Commissie heeft aangekondigd met een stevige, gepaste en effectieve reactie te komen, met als uiteindelijke doel om via onderhandelingen de meeste onderlinge importheffingen af te schaffen. Naar alle waarschijnlijkheid komen er op dinsdag 15 april Europese importheffingen als tegenreactie van de Amerikaanse importheffingen op staal, aluminium en afgeleide producten. De Europese Commissie is daarnaast van plan om de reacties op de importheffingen op auto’s en auto-onderdelen en de ‘reciprocal tariffs’ te combineren. Daarbij liggen alle opties nog op tafel en is het de verwachting dat de tegenmaatregelen niet eerder dan half mei in zullen gaan.

Bewijzen van oorsprong van cruciaal belang

Het bewijzen van de oorsprong van producten is door deze maatregelen belangrijker dan ooit. Dit kan echter complex en tijdrovend zijn. Daarom biedt FME de workshop ‘Certificaten van oorsprong en Registered Exporter (REX)’ aan. Deze workshop gaat onder andere in op het bepalen van de oorsprong van een product, welk bewijs hierbij hoort en hoe een correct ingevuld oorsprongsdocument eruit moet zien. De eerstvolgende workshop vindt plaats op donderdag 22 mei (13:00 – 16:00 uur, Zwolle).