Toekomstbestendige pluimveestallen

kip

De landbouw staat voor een enorme transitie. Dat geldt zeer zeker ook voor de pluimveehouderij. Er zijn innovaties noodzakelijk om bestaande stallen toekomstbestendig te maken of vernieuwende stalconcepten te introduceren. De stal van de toekomst houdt rekening met het klimaat, natuur, dierenwelzijn en de omgeving.

Eind 2018 waren zo’n vijftig pluimveehouders en vertegenwoordigers van de provincie, gemeenten, NGO’s, technologiebedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen op uitnodiging van FME, ZLTO en VNO-NCW Brabant Zeeland in Veenendaal bijeen gekomen om samen te brainstormen over toekomstbestendige pluimveestallen.

Op gebied van de volgende onderwerpen kan technologie een mogelijke oplossing bieden:

Mest en mestverwerking

De uitdaging rondom mest in de pluimveesector is om mest onderdeel te maken van de kringloop en het als grondstof te gebruiken in plaats van een afvalstof. Nu wordt de meeste kippenmest verbrand in Moerdijk. In mest zitten stoffen en mineralen die waardevol zijn. Echter zijn er nog geen goede technieken om deze stoffen te extraheren. Hier wordt aan gewerkt door middel van plasmatechniek.

Wanneer de kwaliteit van de mest beter is, zal deze eerder voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden. Deze kwaliteitsverbetering kan gerealiseerd worden door de voeding van bijvoorbeeld insecten. Wanneer mest als een grondstof wordt gezien, zal dit ook goed zijn voor het imago van de veehouder. De boer als nutsbedrijf; kom biogas tanken bij de boer!

Gezondheid voor mens en omgeving

Tijdens deze sessie zijn drie subthema’s behandeld:

  • Maatschappelijke acceptatie
  • De opendeur stal
  • ‘Het gevoel dat je gewenst bent’

Hierbij kwam langs dat media een grote invloed heeft op de acceptatie van de pluimveehouderij in de maatschappij. Veel kinderen kennen de oorsprong van hun eten niet meer en buren merken voornamelijk de geur. Door het verbeteren van het imago kan de pluimveehouderij meer geaccepteerd worden. Zorg voor een sociale binding met je directe omgeving. Dit kan door het sponsoren van de lokale sportclub, voedselbank en meer aan educatie te doen. Wanneer de boerderij een economisch belang wordt voor de omgeving, zal deze meer geaccepteerd worden.

sessie
Brainstorm toekomstbestendige pluimveestallen

Transparantie stond ook centraal. In het beeld van de pluimveesector speelt emotie de boventoon. Door emissies te meten en te publiceren kan je het gesprek aangaan op basis van feiten. De burger zal ook inzicht moeten krijgen dat zijn/haar wensen op een gebied effecten heeft op een ander gebied. Zoals dierwelzijn en mensgezondheid. 

Klimaat

In deze sessie zijn drie verschillende subthema’s besproken: 

  • Het Sunbro stalconcept dat onder andere gericht is op energieopwekking
  • Benutten nieuwe reststromen
  • De toepasbaarheid van grootschalige reststromen

Het Sunbro concept bevat onder andere energieopwekking, dit concept is gereed om op grote schaal toegepast te worden door veehouders. Het concept bevat ook andere onderdelen. Hierbij zal gekeken moeten worden wat er in de bestaande stal gedaan kan worden (met name economisch). Daarbij zal er ook voorlichting aan pluimveehouders over dit onderwerp moeten worden gehouden. Primaire vraag is of het systeem financieel uit kan voor andere (soorten van) pluimveebedrijven.

Voor het benutten van reststromen zal eerst in kaart moeten worden gebracht wat deze reststromen precies zijn. Deze inventarisatie moet breed worden uitgezet omdat we niet precies weten wat we met deze reststromen kunnen. Hierbij moeten de grote producenten worden betrokken.

De toepasbaarheid van nieuwe eiwitten kan gestimuleerd worden door de kwaliteit van het eiwit aan te tonen. Daarbij is regie op de keten belangrijk. Betrek partijen zoals NeVeDi en Plukon retail. Ook een politieke stimulans is nodig om innovatie en praktisch gebruik te stimuleren.

Dier (gezondheid en welzijn)

Tijdens deze sessie zijn verschillende subthema’s besproken: 

  • Klimaat in de stal
  • Diervriendelijk vanuit mens en dier
  • Sensoren gericht op het dier

Hierbij is besproken dat een mestafvoersysteem voor vleeskuikens gewenst zou zijn om mest zo snel mogelijk uit de stal te halen. Ook is besproken dat wat de maatschappij denkt wat diervriendelijk is, niet altijd is wat het dier nodig heeft. Data zou de communicatie kunnen ondersteunen dat kippen het nu al best ‘goed’ hebben. Sensoren zouden deze data kunnen verzamelen. Wel is de vraag wie de eigenaar van deze data zal zijn. Bij de verzameling van deze data is het belangrijk om langdurig te meten en de data niet subjectief te interpreteren. 

Fijnstof

Tijdens deze bijeenkomst is gezocht naar oplossingen die op korte- en lange termijn een oplossing kunnen bieden voor fijnstof. Hierbij kwam langs dat de meetbaarheid van fijnstof verbeterd moet worden en realtime monitoring mogelijk kan worden. De uitstoot van fijnstof visueel maken maakt het meer grijpbaar. De aanpak van fijnstof zou aan de bron op dierniveau moeten gebeuren, gassen en geur geoxideerd en lucht geconditioneerd en gezuiverd. Echter moeten de systemen wel betaalbaar blijven voor de veehouder.

Werkomstandigheden

Het onderwerp arbeidsomstandigheden kent verschillende aspecten. De uitdagingen liggen nu vooral bij werkplezier; ondernemersvrijheid (de ruimte om eigen keuzes te maken door onder andere meer regie in de keten); en arbeidsverlichting. Er komt steeds meer techniek kijken in de stal. Dit heeft voordelen en nadelen. Techniek kan het werk lichter maken en inzicht geven, maar het kan er ook voor zorgen dat de veehouder verder kan zijn bedrijf komt te staan en afhankelijker wordt van de techniek en anderen.

De huidige voedselketen zorgt ervoor dat de veehouder niet veel keuze heeft in zijn bedrijfsvoering. Daardoor is er niet veel ruimte voor ondernemerschap. Groeien als bedrijf hoeft namelijk niet per se te betekenen dat je meer dieren gaat houden. Minder dieren betekent vaak ook meer rust en tot een goed kwaliteitsproduct met een goed verhaal. 'Groeien door te krimpen' zou de nieuwe leus moeten zijn.