FME-reactie stikstofaanpak: bied perspectief aan zowel boeren als industrie
Het kabinet heeft eind vorige week haar structurele aanpak stikstof gepubliceerd. In deze aanpak wordt een nieuw maatregelenpakket gepresenteerd die in totaal op telt tot €5,1 miljard in de periode tot en met 2030. In dit maatregelenpakket worden diverse stikstofmaatregelen aangekondigd voor verschillende sectoren. FME gaat in deze reactie in op de maatregelen die worden genomen in de sectoren Landbouw en Industrie.
Landbouw (46% van de stikstofdepositie)
Ten aanzien van de stikstofaanpak voor de landbouwsector heeft FME gepleit voor de inzet van innovaties als onderdeel van de stikstofoplossing. FME ziet dat dit geluid goed is verwoord in het maatregelenpakket. Om boeren te ondersteunen bij het doorvoeren van innovaties in stallen wordt het beschikbare budget verhoogd van €172 miljoen naar €280 miljoen. Deze verhoging geeft het gewenste vertrouwen aan technologiebedrijven, die investeren in innovaties voor brongerichte verduurzaming van stallen, zodat ontwikkelde innovaties ook daadwerkelijk worden toegepast door boeren.
Om er zeker van te zijn dat boeren ook gebruik kunnen maken van het beschikbare innovatiebudget, is het belangrijk dat er vroegtijdig wordt geïnvesteerd in ondersteuning van innovaties. FME is dan ook blij met de snelle opening van de Subsidieregeling brongerichte verduurzaming (Sbv). Graag doen we daarbij de oproep om bij overvraging van het budget voor het eerste jaar een kasschuif van dit budget naar voren toe te staan. Teleurstelling door afwijzing door budgettekort kan leiden tot vertraging van de innovaties, dat lijkt ons ten aanzien van het maatschappelijke én economische belang bij dit onderwerp niet gewenst.
Ten slotte hopen we dat de regeling voor innovaties in brongerichte verduurzaming ruimte biedt voor innovaties die (mede-)voorwaardenscheppend zijn voor de succesvolle toepassing van bronsystemen. Een bekend voorbeeld is de relatie tussen nieuwe technieken voor het scheiden van urine en mest bij de bron en de technologie en keten voor urine- en mestverwerking/ -verwaarding. Voorbeelden van partijen die hieraan werken zijn Hanskamp met hun koeientoilet, Susstable met het MiNO systeem, SanaFarm met het stal-toiletsysteem. Hierbij worden innovators uit andere domeinen aangehaakt zoals voor vergisters, de stikstofstripper, en partijen die met urine aan de gang gaan zoals Dimaen en Semilla. Er zijn ook andere voorbeelden zoals de relatie met warmte- koude oplossingen (R&R Energy Systems) en sensortechnologie (EMS en IMEC). De voortgang op innovatie op deze gebieden is belangrijk en soms essentieel voor het toepasbaar maken van systemen die scheiden bij de bron.
Om boeren en technologiebedrijven een goed en gemeenschappelijk toekomstperspectief te geven is vertrouwen en gezamenlijke ambitie van groot belang. Daarom pleiten wij ervoor om met alle betrokken partijen de dialoog gaande te houden.
Zie ook de eerdere brief die FME naar de Tweede Kamer heeft gestuurd over de Stikstofproblematiek.
Industrie (1% van de stikstofdepositie)
Ook de industrie wordt gevraagd om bij te dragen aan de oplossing van het stikstofprobleem. Het kabinet zet daarbij in op de voortzetting van de Best Beschikbare Techniek (BBT)-aanpak. Deze aanpak heeft ertoe geleid dat de industriële stikstofemissies de afgelopen decennia met tweederde zijn afgenomen. De voortzetting van BBT-aanpak zal omvangrijke investeringen vragen van de industrie, waarbij wij willen waken voor een verscherping op nationaal niveau van Europese eisen. De industrie staat daarnaast voor grote investeringen om de CO2 uitstoot te reduceren, welke maatregelen ook een stikstofreductie op zullen leveren. Het zowel bijdragen aan de stikstofcrisis als aan de energietransitie zal een zware wissel trekken op de metallurgische achterban van FME. Helemaal gezien het feit dat de coronacrisis een negatieve impact zal hebben op de beschikbare budgetten voor beide maatschappelijke uitdagingen.
Verder zet het kabinet in op het realiseren van additionele stikstofreductie bij piekbelasters. Daarbij bestaat veel onduidelijkheid omdat verder niet wordt ingegaan wie deze piekbelasters zijn. Wel wordt in het achterliggende PBL rapport aangegeven deze maatregel de slechtste kosteneffectiviteit heeft. Het kabinet trekt €20 miljoen euro uit voor deze maatregel, terwijl TNO heeft berekend dat deze maatregel zo’n €230 miljoen kost. FME vraagt het kabinet om snel duidelijkheid hierover te geven.
Bovenal vraagt FME het kabinet voor het creëren van voldoende tijd en middelen om aan de stikstofuitdaging te kunnen voldoen. Investeringen in productietechniek en/of -capaciteit zijn vaak groot en kunnen maar eenmaal in de zoveel jaren gedaan worden. Het geven van meer ruimte, zowel in tijd (jaren) als in het beschikbaar stellen van financiële mogelijkheden, verschaft onze bedrijven meer mogelijkheden om aan het nieuwe beleid te voldoen.