arrow btn arrow right arrow left chevron chevron mouse pulser checkmark date calendar calendar

Kamerlid Van Helvert: "FME laat ons zien wat er kan in de wereld, nu en in de toekomst."

29 oktober 2019
AI

Defensie is een wereld in beweging. Nieuwe technologieën zoals cyber en AI doen hun intrede, het speelveld wordt geopolitieker en nu de Amerikanen niet langer voor de veiligheid van Europa willen betalen moet ook Nederland zelf meer investeren. In aanloop naar de begrotingsbehandeling sprak FME met de kersverse Defensie-woordvoerder van het CDA, Martijn van Helvert: “FME laat ons zien wat er kan in de wereld, nu en ook in de toekomst.”

Om direct met de deur in huis te vallen: die onderzeeboten moeten we toch gewoon in Nederland gaan maken?
“Ja, daar antwoord ik direct ja op. Als CDA hebben wij altijd gezegd dat de gouden driehoek in Nederland – defensie, wetenschap en bedrijfsleven – hier een centrale rol in moet spelen. Maar we kunnen het ook niet in ons eentje, die capaciteit heeft Nederland niet meer. De verschillende aanbieders doen nu hun best om te laten zien wie de beste en de meest oranje onderzeeër kan bouwen. Daarin moeten we straks een afgewogen keuze gaan maken.”

Het CDA verkiezingsprogramma was helde​r: investeren in defensie is noodzaak. Nu komt er ook wat geld bij. Gaan we de NAVO-norm van 2% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) voor Defensie halen?
“Dat hebben we internationaal afgesproken en die belofte moeten we nakomen. En het is ook echt nodig. Of je nu kijkt naar voorraden, materiaal of personeel: er is gebrek en achterstallig onderhoud. Soms letterlijk lege hulzen. Daar moet echt geld bij. Volgend jaar komt Defensie met een herijking van de Defensienota, geld is dan uiteraard een issue. We zullen eerst achterstanden moeten inhalen, maar daarna ook nieuwe keuzes moeten maken richting de toekomst. Daarnaast ligt er een grote vernieuwingsopgave bij het vastgoed. Defensie heeft veel gebouwen, dat biedt kansen op het gebied van smart en duurzaam. De overheid moet het goede voorbeeld geven.”

Hebben we wellicht behoefte aan meer samenwerking in Europa?
“Het poolen van budgetten en capaciteiten is zeker een optie. In dit kader is het Europees Defensiefonds een goede ontwikkeling. Een Europees leger vind ik een stap te ver. Het gaat toch om balans: je moet samenwerken, bijvoorbeeld met aanbestedingen en cyberoefeningen, maar uiteindelijk moet Nederland altijd een eigen leger houden. Je kunt niet alles gaan samenvoegen. Er zijn bijvoorbeeld ook staatsgeheimen in het spel en de defensiemarkt is altijd politiek.”

Maar Europa moet dus wel een sterkere positie in de wereld nastreven?
“Absoluut, Europa moet veel zelfstandiger zijn en sterker staan in defensie. We kunnen niet steeds naar Amerika blijven kijken als de politieagent van Europa. De situatie in Syrië toont ook de onmacht van Europa als geopolitieke speler. Dat moet anders. Als ik parlementariërs uit andere EU-landen spreek, onlangs nog in Helsinki, dan is die ambitie er ook echt wel. Europa moet op defensiegebied veel krachtiger en zelfbewuster worden.”

"Ik zie de overheid liever als launching customer dan als subsidieverstrekker." 

Tegelijkertijd zijn sommige landen, bijvoorbeeld Frankrijk, vrij nationalistisch in hun aanbestedingsbeleid. Is Nederland daarin te naïef?
“Dat vind ik het verkeerde woord, eerder te modern. Het heeft ook voordelen dat de overheid in Nederland niet alles doet. In het geval van defensie is wel goed om je af te vragen of deze houding altijd verstandig is. Ik zie de overheid liever als launching customer dan als subsidieverstrekker. De overheid kan de eerste klant zijn. Dan heb je een deel van de afzet geregeld. Een goed product kan breder worden weggezet.”

Vorig jaar is de Defensie Industrie Strategie gepresenteerd. Wat is je indruk daarvan? Op welke strategische capaciteiten zou Nederland moeten inzetten?
“Ik ben blij dat die strategie er is. Je kunt van de plank kopen, maar we kunnen ook denken: hoe maken we van 1+1 nou 3,5? Qua strategische capaciteiten hebben we veel te winnen. In wat we doen, zijn we vaak wel goed. Dat biedt perspectief. In Mali hebben we het als ogen en oren van de VN-missie goed gedaan. Zo’n reputatie kunnen we straks ook opbouwen met de onderzeeërs. On the ground wordt ons leger echt door vriend en vijand gewaardeerd.”

FME werkt met Defensie samen in het Platform Defensie Bedrijfsleven. Daar wordt ook gekeken naar samenwerking waarmee de adaptieve krijgsmacht vorm krijgt. Een goed idee?
“Die adaptieve krijgsmacht steun ik van harte. De wereld verandert, er zijn nieuwe uitdagingen en er zijn tal van nieuwe manieren om samen te werken. Denk aan het uitwisselen van kennis en cyberspecialisten. We hebben elkaar ook nodig. De onderzeeboten zijn daarvan een goed voorbeeld. Je kunt van de plank kopen, dat is goedkoop en snel. Maar soms is het beter om via een strategischer perspectief te handelen. Dat kan heel goed samen met bedrijven.”

Veel FME-leden uit de technologische industrie doen zaken met Defensie. Zij bieden technologie voor allerlei uitdagingen. Hoe belangrijk is het dat FME dat ook laat zien?
“Er zijn inderdaad snelle technologische ontwikkelingen en de overheid loopt in feite altijd achter die ontwikkelingen aan. FME-bedrijven zitten wel vooraan in deze trends. Er zijn bijvoorbeeld ook nieuwe ontwikkelingen in cyber en in de ruimte. Het helpt enorm dat vertegenwoordigers van FME naar de Tweede Kamer komen om te laten zien wat er kan in de wereld. Ook om ons in te lichten over de problemen waar bedrijven tegenaan lopen, wat hun belangen zijn en waar eventueel nieuwe kansen liggen. Daarom zeg ik heel duidelijk: blijf vooral komen!”

Op 30 oktober spreekt de Tweede Kamer over personeel en materieel in een Wetgevingsoverleg en van 5-7 november 2019 staat de plenaire behandeling van de begroting van Defensie 2020 gepland. 

Inloggen in MijnFME

Exclusief voor leden
Sluiten