Nederlandse industrie in gevaar door bezuinigingen op bèta-technisch onderwijs
Het kabinet wil flink bezuinigen op het bèta-technische onderzoek en onderwijs. Dit zal de Nederlandse industrie en onze economie ernstig schaden. Bovendien vertraagt dit de energietransitie en alle andere maatschappelijke uitdagingen waar we nu hard aan werken. Dit geven grote bedrijven en de landelijke topsectoren aan met een ingezonden brief deze week. Namens de maakindustrie, de hightechindustrie en de topsectoren doen ze daarmee de dringende oproep aan het nieuwe kabinet om te blijven investeren in bèta-technisch onderwijs en onderzoek, de succesvolle motor van de Nederlandse economie.
Bèta-technisch onderwijs van essentieel belang voor maatschappelijke transities
Bèta-technisch onderzoek en onderwijs is van essentieel belang voor de grote maatschappelijke transities waarin we ons bevinden, zoals die op de terreinen van energie, grondstoffen, gezondheid, veiligheid, duurzaamheid, digitalisering en klimaat, aldus de ondertekenaars van deze brief aan het kabinet. De helft van de ondertekenaars zijn internationale bedrijven, naast bekende nationale namen en de topsectoren. Evenals de Kenniscoalitie zijn de ondertekenaars bezorgd dat de voorgenomen bezuinigingen de positie van Nederland als kennis- en innovatieland afbreken. Klik hier voor de volledige brief en ondertekenaars.
5.000 euro minder per Nederlander
In het huidige regeerakkoord wordt het Nationaal Groeifonds stopgezet (bezuiniging: 6,8 miljard euro), wordt het Fonds Onderzoek & Wetenschap verlaagd (1,1 miljard euro) en worden de landelijke sectorplannen voor hoger onderwijs gekort (met 215 miljoen euro per jaar). Dit terwijl iedere euro die via het Nationaal Groeifonds en het Fonds Onderzoek en Wetenschap is geïnvesteerd tot 2040 maar liefst 5,80 euro aan bbp-rendement oplevert. Door het schrappen van beide fondsen loopt de Nederlandse economie op lange termijn 90 miljard euro mis. Dit komt neer op 5.000 euro per Nederlander.
Nieuwe technologieën voor (maak)industrie
De voorgenomen bezuinigingen op het bèta-technisch onderzoek en onderwijs zullen het bedrijfsleven, en vooral de maakindustrie van ons land, hard treffen. De maakindustrie is verantwoordelijk voor 12% van het bbp en groeit harder dan andere sectoren (gemiddeld met 2,1% per jaar ten opzichte van 1,5% groei van de Nederlandse economie als geheel). Om een succes te blijven heeft de maakindustrie nieuwe technologie en nieuwe producten nodig. Daarnaast vraagt een duurzame samenleving om schone energie en het ontwikkelen van nieuwe energiedragers zoals energie uit waterstof en duurzame batterijen. Maar ook andere sectoren, zoals defensie, landbouw en de zorg, kunnen niet zonder technische innovaties.
Krimping technisch geschoolden
De voorgenomen bezuinigingen gaan ook de Nederlandse arbeidsmarkt raken. De industrie is sterk afhankelijk van goede technici en wetenschappers opgeleid in de bèta-techniek. In de laatste 10 jaar is de vraag naar bèta-technisch geschoolden dan ook alleen maar gegroeid. In 2023 bleek het aantal vacatures in de bèta-techniek 2,7 keer groter dan in 2016: van ruim 42.000 in 2016 naar bijna 113.000 in 2023. Het tekort aan bèta-technisch opgeleiden is in Nederland zelfs groter dan in de omringende landen. De voorgenomen bezuinigingen op onderwijs en wetenschap zullen deze kloof tussen vraag en aanbod aan bèta-technische krachten verder vergroten en een probleem vormen voor het Nederlandse bedrijfsleven.