‘Slechthorenden dreigen in de coronacrisis vergeten te worden’
Circa één op de tien Nederlanders heeft last van slechthorendheid. Dat mondkapjes nog een lange periode de norm blijven, maakt het voor slechthorenden lastiger om actief mee te doen in de maatschappij.
Door Kees van der Sluijs, Cluster FME Zorg en directeur GAIN
Want dát mondkapjes het voor slechthorenden lastiger maken, is zeker. Mensen met een normaal gehoor horen al 30 procent minder als hun gesprekspartner een mondkapje draagt. Voor slechthorenden vormen maskers een extra grote belemmering en ze worden nog eens extra uitgedaagd door de voorgeschreven 1,5 meter afstand. Mondkapjes en schermen zijn natuurlijk nodige gezondheidsmaatregelen, maar ook een obstakel voor slechthorenden.
Het is tijd dat er meer aandacht komt voor dit verborgen coronaleed. Het doel: dat slechthorenden, ongeacht de situatie, zonder belemmeringen mee kunnen doen in de samenleving.
Want juist nu is het belangrijker dan ooit dat er aandacht is voor beperkingen van slechthorenden. In de 1,5 metersamenleving spelen digitale middelen een grotere rol. Hebben video’s een transcript? Is er ondertiteling bij webinars en colleges?
Nu er zo veel mogelijk thuis wordt gewerkt of gestudeerd, zijn dergelijke hulpmiddelen van cruciaal belang. En toch lopen veel organisaties achter als het aankomt op de toegankelijkheid voor slechthorenden. Verplichtingen vanuit de overheid blijken in de praktijk niet altijd voldoende.
Vergroot de toegankelijkheid
Wat is dan wel de oplossing? Laten we samen kritisch kijken naar welke oplossingen er worden geboden voor slechthorenden. In de 1,5 metersamenleving blijven mondkapjes de norm, daar zullen we mee moeten leren omgaan. Daarom roepen wij bedrijven, instellingen, organisaties en de overheid op zich bewust te worden van de toegankelijkheid van onze samenleving voor slechthorenden.
We doen deze oproep niet geheel toevallig nu, tijdens de Week van de Toegankelijkheid waarin aandacht wordt gevraagd voor digitale toegankelijkheid.
Als er niet gebeurt dreigt tot wel tien procent van de Nederlanders niet volledig mee te kunnen doen aan de maatschappij.