Technologische industrie belangrijkste aanjager van de exportgroei
De export van Nederlandse machines naar het buitenland steekt met kop en schouders uit boven andere sectoren als het gaat om hoeveel daarmee in Nederland wordt verdiend. Nederland verdient met het exporteren van eigen goederen het meest aan producten uit de technologische industrie, want op op de tweede plaats staat de export van metaal(producten). Hiermee is de technologische industrie duidelijk de belangrijkste aanjager van de exportgroei, zo blijkt uit cijfers die het CBS vandaag publiceerde.
Groei export technologische industrie
Nederland verdiende in 2018 maar liefst 4 miljard euro meer aan de export van machines en onderdelen dan in 2015. Geen enkele ander exportproduct laat zo’n grote toename zien. Van alle machines en onderdelen uit Nederland wordt meer dan 75% verkocht aan het buitenland. Het gaat om allerlei soorten machines, van landbouwwerktuigen tot verpakkingsmachines en van vleesverwerkers tot de hoogwaardige chipmachines. Duitsland is en blijft het belangrijkste exportland voor de Nederlandse technologische industrie. Om nog beter met gebruik te maken van de kansen die Duitsland biedt, heeft FME op 4 november een Duitslandstrategie gelanceerd.
Belang voor de welvaart
Deze groei onderstreept het belang van de technologische industrie voor de welvaart in Nederland. Nederland is een handelseconomie, waarbij een derde van het BBP voortkomt uit de export. In de export onderscheiden we drie verschillende bronnen: de wederuitvoer, de export van Nederlandse diensten en de export van Nederlandse goederen. Die laatste categorie is het belangrijkst en levert ongeveer de helft van de totale verdiensten aan export. Hiermee is de export van Nederlandse goederen dus goed voor een zesde van het BBP. De bijdrage van de technologische industrie daaraan is van oudsher groot en nam tussen 2015 en 2018 dus nog verder toe.
Geen garantie voor de toekomst
Maar de belangrijke bijdrage van de technologische industrie aan welvaartsgroei is niet gegarandeerd in de toekomst. De CBS-cijfers gaan over 2018, een tijd van hoogconjunctuur. Sindsdien is er zand in de motor van de mondiale economie gekomen. Hoewel de Nederlandse economie nog groeit, staat de internationale handel onder druk. De mondiale handel krimpt, zo blijkt uit CPB-cijfers. Voor een belangrijk deel komt dit door factoren in het buitenland, waarop we maar zeer beperkt invloed op hebben. Maar we kunnen ons in Nederland wél gezamenlijk inzetten voor een goed ondernemingsklimaat.