WBSO blijft cruciale basis voor Nederlands innovatieklimaat

De WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een essentieel onderdeel van het Nederlands innovatiebeleid, zo blijkt uit de evaluatie van de WBSO in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De WBSO is een fiscale regeling waarmee bedrijven een tegemoetkoming kunnen krijgen voor een deel van hun R&D-uitgaven. De WBSO bewijst al zo’n 30 jaar zijn waarde voor het stimuleren van R&D in de technologische industrie als laagdrempelige en relatief stabiele basis voor innovatie. Innovatie kent immers een langetermijninvesteringshorizon. Door deze regeling kunnen bedrijven deze belangrijke risicovolle investeringen doen.
De WBSO is geëvalueerd door SEO en Dialogic in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Uit de evaluatie blijkt onder meer dat de WBSO belangrijk is voor het versterken en uitbreiden van innovatieve activiteiten door bedrijven en dat de WBSO bijna een miljard euro aan extra private R&D-uitgaven stimuleert. Ook is het positief dat in de evaluatie aandacht is voor het opleiden en aantrekken van voldoende R&D-talent.
Belang van de WBSO voor het mkb
Juist ook voor het mkb is de regeling van belang. Het mkb is goed voor 97% van de WBSO-aanvragen en wordt zo gestimuleerd hun innovatieve activiteiten uit te breiden en op te schalen, wat bijdraagt aan de concurrentiekracht van hun onderneming en versterking van innovatieve ecosystemen. Dat bleek ook uit FME-onderzoek dat vorige week werd gepubliceerd: in de technologische industrie komt relatief veel van de WBSO bij het mkb terecht. Daarom verwelkomde FME de recente impuls van € 100 miljoen voor de WBSO dat met name door verruiming van de schijfgrens (van € 350.000 euro naar € 380.000) een belangrijk signaal afgeeft aan opschalend innovatief mkb.
FME-onderzoek ondersteunt belang WBSO, maar ziet terugloop in dekking WBSO voor R&D in de technologische industrie
Uit hetzelfde FME-onderzoek blijkt echter wel dat de WBSO in onze sector relatief steeds minder van de R&D-uitgaven dekt. Waar dit eerder nog 7 eurocent per geïnvesteerde R&D-euro was, is dit nu nog iets meer dan 4 eurocent. In andere sectoren zien we juist stabiliteit in de mate waarin de WBSO R&D-uitgaven dekt. Dit terwijl de technologische industrie cruciaal is om de R&D-investeringen in Nederland op te schroeven: inmiddels wordt maar liefst 38% van de private R&D-uitgaven in onze sector gedaan. Om die groei te stimuleren en het behalen van de 3%-doelstelling (als Nederland 3% van het BBP in R&D investeren), is het zaak om de WBSO verder te versterken.
Vervolgonderzoek is nodig om erachter te komen de groeiende kloof te verklaren tussen wat bedrijven als R&D beschouwen en wat als S&O-uitgaven voor de WBSO kwalificeert, zoals ook deze evaluatie aanbeveelt. Verklaringen kunnen onder andere liggen in de toegenomen controledruk en administratieve lasten rondom de WBSO, waardoor bedrijven minder makkelijk projecten onder de WBSO krijgen. En uitbesteed onderzoek, bijvoorbeeld door inhuur vanwege het tekort aan technisch personeel of innovatiesamenwerking, dat niet onder de WBSO valt. Ook digitale innovaties voor hardwaretoepassingen (bijvoorbeeld in machines) blijven een aandachtspunt om die voor bedrijven zo laagdrempelig mogelijk onder de WBSO te krijgen. FME blijft graag in gesprek met het ministerie van Economische Zaken en RVO om te bezien hoe dit kan worden verbeterd.
WBSO is een krachtige basis, maar meer is nodig om 3% te halen
De WBSO is samen met de Innovatiebox en de 30%-regeling een cruciale basis voor een competitief innovatieklimaat. Naast een stabiele fiscale basis voor innovatieve bedrijven zijn gerichte, specifieke investeringen nodig om het innovatieklimaat in Nederland te versterken en de 3%-doelstelling te behalen. Uit onderzoek van FME blijkt dat op het gebied van stimulering van innovatiesamenwerking en Europese coördinatie en financiering van innovatie-investeringen er veel te behalen valt om meer private R&D-investeringen te stimuleren. Cruciale randvoorwaarden voor meer R&D-investeringen zijn daarnaast onder meer voldoende technische talent, aanpak van regeldruk en stabieler en meer lange termijn overheidsbeleid.
FME voert een vervolgenquête uit naar investeringsbereidheid en financiering van innovatie. Daarin komt ook de WBSO terug. We ontvangen graag hiervoor jouw input. De enquête voor mkb-bedrijven (< 250 fte) vind je hier. De enquête voor grote bedrijven (> 250 fte) vind je hier.