WBSO: Een zeer succesvol innovatie-instrument
2022 was een recordjaar voor innovatie-investeringen via de WBSO, dat meldt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat afgelopen maand. Met € 8,2 miljard hebben Nederlandse bedrijven via deze fiscale regeling voor R&D fors in innovatie geïnvesteerd. Dat is een stijging van maar liefst 5,9% ten opzichte van 2021. Via de WBSO (Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk) kunnen bedrijven en zelfstandigen een tegemoetkoming krijgen in de loonkosten van werknemers die aan R&D-projecten werken.
Blijven innoveren is cruciaal
Op aandringen van FME werd de WBSO eerder al geïndexeerd. Er dreigde vanaf 2024 namelijk forse tekorten voor de WBSO. Geen indexatie en forse tekorten betekent onzekerheid en onduidelijkheid voor toekomstige innovaties. De WBSO is een belangrijke locatiebepaler voor R&D-centra van bedrijven. Geen indexatie zou kunnen betekenen dat bedrijven hun R&D-locaties in andere landen gaan vestigen en Nederland deze investeringen zou missen. Uit het jaarrapport van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat blijkt nu wederom dat de WBSO zeer succesvol is. En dat is geen overbodige luxe, gezien de geopolitieke spanningen in een wereld waarin een technologiewedloop gaande is. Investeren in innovatie – niet alleen via de WBSO, maar in een slimme mix van verschillende gerichte én algemene regelingen en instrumenten - is cruciaal om mee te kunnen blijven doen in de internationale arena. Bovendien zorgt R&D voor een zeer hoog maatschappelijk rendement: iedere euro die in innovatie wordt geïnvesteerd betaalt zich met € 4,20 dubbel en dwars terug. Daarmee kunnen we in Nederland investeren in de energietransitie, in zorg en in ons onderwijs.
Boot missen
“Nederlandse bedrijven hebben in 2022 meer dan ooit geïnvesteerd in innovatie via de WBSO”, aldus FME-voorzitter Theo Henrar. “Maar liefst 97% van de 20.000 ondernemers die afgelopen jaar gebruik maakten van de WBSO is mkb’er. Het is goed om te zien dat een bewezen innovatieregeling als deze ook voor de technologische industrie haar vruchten afwerpt, mede dankzij de indexatie. Er is echter nog meer nodig. Richting een nieuw kabinet is de ambitie om structureel 3% van het bbp in innovatie te investeren niet zeker. We moeten voorkomen dat Nederland in Europa de boot van het stimuleren van vergroening van de industrie mist, terwijl landen als Frankrijk en Duitsland veel meer industriepolitiek durven te voeren.”