Meer internationale innovatiesamenwerking voor een sterk Europa
Door de pandemie is onze wereld klein geworden. Als je de meeste tijd op een paar vierkante meters doorbrengt, een ommetje maken hét uitje van de dag is en je jezelf tussen alle Zoommeetings slechts een kleine dagdroom permitteert, gaan de gedachten niet meteen uit naar grote buitenlandse avonturen. En toch is het belang om over onze grenzen heen te kijken nog nooit zo groot geweest.
Door Monique Rijnders-Nagle, Belangenbehartiger Internationaal Ondernemen
Allereerst is de economische nood hoog. Onze bedrijven hebben veel onder de pandemie te lijden en noodpakketten zijn tijdelijk. We móeten een weg naar duurzaam economisch herstel vinden. We hebben in de oog van de coronastorm aan den lijve ondervonden hoe afhankelijk we zijn van toelevering uit andere landen. Ondanks voorstellen om meer productie naar Nederland te halen (‘reshoring’) en geluiden dat de kentering naar deglobalisering definitief was ingezet, zien we dat bedrijven wereldwijd blijven opereren. Met zo’n kleine markt als Nederland kan dat ook niet anders. Maar liefst een derde van ons verdienvermogen komt uit het buitenland. Een derde van ons herstel zal daar ook vandaan moeten komen.
Ook hebben we verschillende maatschappelijke uitdagingen te tackelen. De digitalisering- en energietransities en zorg- en mobiliteitsopgaven zijn grensoverschrijdend. Technologieontwikkeling en innovatie zijn hierin onmisbaar. We moeten gebruik maken van de knapste koppen en schaarse financiële middelen bundelen. Anders lukt het ons niet om ze aan te pakken.
Bovendien staat onze mondiale positie onder grote druk. Geopolitieke onrust neemt toe. Grote machtsblokken zoals de VS en China strijden om de wereldmacht en Rusland laat zich gelden. Het VK heeft de EU verlaten en probeert zijn nieuwe plekje in de wereldorde te vinden. Centraal in die dynamiek staat de techrace om wie het snelst en het beste sleuteltechnologieën kan ontwikkelen en toepassen. Dit leidt tot grote onzekerheid op de wereldmarkt. Onze open economie, welvaart en welzijn zijn zeer afhankelijk van deze wereldmarkt. Nederland loopt het risico een speelbal te worden in deze competitie.
Aan de bak
Nederland en Europa moeten dus aan de bak. We moeten onze gezamenlijke belangen voorop stellen en bouwen aan een sterke EU in de wereld. Hier ligt een grote kans voor Nederland die, als een van de ‘Founding Fathers’ van de Unie en innovatieve koploper, een leidende rol kan spelen. Als we volop inzetten op internationale innovatiesamenwerking met andere Europese leiders, kunnen we over de meest geavanceerde technologieën beschikken. Hiermee kunnen we de oplossing van de klimaatvraagstukken versnellen, elkaar helpen om sneller, slimmer en duurzamer te produceren en een sterke basis leggen voor onze lange termijn handelspositie in de wereld.
Middelen
Volle inzet van Nederland is dan wel nodig. We zijn dit jaar goed begonnen met het tekenen van een innovatiepact met Duitsland. Dit kan als inspiratie dienen voor soortgelijke partnerships met andere lidstaten en is een vliegwiel voor projecten waar onze bedrijven en kennisinstellingen samen aan de nieuwste ontwikkelingen werken. Maar er moet wel meer gebeuren dan alleen een handtekening zetten. Middelen zijn ook onmisbaar. Grote landen als Duitsland en Frankrijk hebben ongekende budgetten. Willen we meedoen, moeten we ook financieel ons steentje bijdragen en zorgen dat onze regelingen voor bedrijven en consortia goed aansluiten op die van onze partners. Naast de goede bilaterale partnerships moeten we natuurlijk ook de kansen die de EU breed biedt, volop benutten, zoals investeren in Nederlandse deelname aan de belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang.
Het is aan het nieuwe kabinet om van internationale samenwerking een speerpunt te maken.
Momenteel loopt er een interessepeiling voor Nederlandse deelname aan een groot Europees programma ‘Important Project of Common European Interest (IPCEI) Microelectronics II’. IPCEIs worden opgezet om Europese industrie-allianties te smeden op strategische thema’s en zijn op die manier van fundamenteel belang om de Europese kracht op het wereldtoneel te bestendigen en uit te bouwen. FME vindt het belangrijk dat Nederland inzet op deelname in deze programma’s en maakt zich hard voor goede positionering van de technologische industrie. Ben jij lid van FME en wil je meer weten over de IPCEI Microelectronics II? Laat het me weten via monique.rijnders@fme.nl.