arrow btn arrow right arrow left chevron chevron mouse pulser checkmark date calendar calendar

“De meerwaarde van zorgtechnologie is nog nooit zo concreet geweest”

25 november 2021
Iris van Bemmel

Hoe FME de uitrol en acceptatie van zorginnovaties helpt versnellen

Het belang van goede zorg heeft zelden zo sterk in de schijnwerpers gestaan als het afgelopen anderhalf jaar. Dat geldt ook voor de technologie waar zorg van afhankelijk is – en die de kwaliteit van zorg juist de komende jaren naar een hoger plan kan tillen. Wat is er allemaal mogelijk, en vooral: hoe zorgen we ervoor dat die meerwaarde ook wordt gerealiseerd?

Interview met Iris van Bemmel, FME-programmamanager Gezondheid en Zorg

"We zaten in het oog van de storm”, blikt Iris van Bemmel terug op de eerste maanden van de pandemie. “De IC’s lagen vol, er waren tekorten aan beademingsapparatuur. En onder druk kwam er veel creativiteit los, van 3D-printers inzetten om snel onderdelen te kunnen vervangen tot experimenten met thuismonitoring. Het maakte ineens heel zichtbaar hoe cruciaal technologie is voor goede zorg. Ik denk wel eens dat we in een paar maanden qua bewustwording meer hebben bereikt dan in de jaren ervoor.”

“Terugveren naar de oude situatie is geen optie.”

De uitdaging is dat momentum vast te houden. “Terugveren naar de oude situatie is geen optie.” De pandemie heeft laten zien hoe groot de positieve bijdrage van medische technologie is, maar die vlieger gaat ook – of juist – op als je de ‘dagelijkse’ zorg wilt veiligstellen. “De druk op mensen die in de zorg werken is groot, er zijn structurele tekorten. Technologie kan zó’n enorm waardevolle bijdrage leveren aan het beschikbaar houden van goede zorg.”

Een sprekend voorbeeld is diabetes, waar meer dan een miljoen Nederlanders aan lijden. De zorg eromheen is bewerkelijk, voor zorgverlener én patiënt. “In coronatijd bleek dat een deel van die zorg prima op afstand kan plaatsvinden. Dat scheelt niet alleen tijd: door AI te integreren in thuismonitoring kun je als patiënt ook nog eens veel beter en fijnmaziger je conditie bijhouden.”

Zo zijn er meer voorbeelden. Beeldvormende technologie levert niet alleen steeds betere scans op, maar genereert ook een schat aan relevante data over specifieke ziektebeelden en het effect van behandelingen. Die kennis legt weer de basis voor nieuwe therapieën, en voor meer specifieke, gepersonaliseerde behandeling. “Om het concreet te maken: het kan betekenen dat een vrouw met borstkanker straks geen fysieke restschade meer heeft na een behandeling. Dat zou enorme winst betekenen: de psychische schade is al erg genoeg.”

Uitrol technologie versnellen

Kern van de opgave die FME zich stelt, is om de uitrol van technologie met zulke grote maatschappelijke meerwaarde te helpen versnellen. Deels is dat een kwestie van communicatie en dialoog. “We gaan onder meer in 2022 een Week van de Innovatieve Zorg organiseren. Dan willen we met onze leden en ziekenhuizen heel concreet maken – voor patiënten, zorgpersoneel, maar ook voor de politiek en verzekeraars – hoe innovaties in de praktijk werken en welk verschil ze kunnen maken. Niet straks, maar nú al.”

Technologie maakt het verschil

Dat laatste is belangrijk, want soms leeft het idee dat innovaties zich vooral nog moeten bewijzen. “Maar er is al zoveel gevalideerde technologie beschikbaar die je morgen kunt inzetten. Een mooi voorbeeld vind ik zelf een makkelijk te gebruiken apparaat dat de adem van een patiënt analyseert en longkanker met 90% zekerheid kan uitsluiten. Je moet je voorstellen wat een impact het kan hebben als een huisarts niet elke patiënt met een verdacht kuchje hoeft door te verwijzen, met alle tijd, kosten en stress die daarbij horen.”

Belang van een goede datahuishouding

Een andere randvoorwaarde voor uitrol van medisch-technologische innovaties is het organiseren van een goede datahuishouding. Van Bemmel: “Innovatie staat of valt ermee. Hoe meer data en hoe hoger de kwaliteit ervan, hoe beter de algoritmes en AI die de drijvende kracht zijn achter zoveel technologie. En dat moeten we per definitie op Europees niveau regelen. Nederlandse datasets zijn te klein, en datasets uit de rest van de wereld gebruiken – zoals nu vaak gebeurt – is ook niet ideaal. Je wilt data die zo specifiek en accuraat mogelijk je eigen patiëntenpopulatie weerspiegelt.”

Een ander actiepunt is om data ook voor dagelijks klinisch gebruik beter te ontsluiten. “Het dossier van een individuele patiënt is nog steeds versnipperd. Iedereen ziet de nadelen en risico’s ervan. Het kabinet heeft niet voor niets een wetsvoorstel gemaakt om digitaal ontsluiten stap voor stap te verplichten de Wegiz. Dat moet snel van kracht worden: het kan de zorg een enorme impuls geven en letterlijk levens redden. Het had tijdens de pandemie echt een verschil kunnen maken.”

"Technologie kan zó’n enorm waardevolle bijdrage leveren aan het beschikbaar houden van goede zorg.”

Het is ergens een keerzijde van de manier waarop de Nederlandse zorg georganiseerd is: decentraal, met veel kleinere partijen. Van Bemmel: “Dat heeft voordelen: het maakt de eerste fasen van een innovatie makkelijker, want er zijn heel veel afzonderlijke instellingen die kunnen besluiten aan een innovatietraject mee te doen. Maar in dit geval – het structureel ontsluiten en delen van data – is het lastiger. Ook maakt de decentrale opzet het moeilijker om innovaties op te schalen."

Samenwerken

Dat laatste is voor FME een van de speerpunten in de eigen ambities. Nederland heeft een ontzettend vernuftig en rijk geschakeerd arsenaal aan start-ups en scale-ups, en aan krachtige mkb-bedrijven. “Maar om die opschaling te bereiken, moeten we collectief optreden. Daar zit de meerwaarde van FME: het organiseren van samenwerkingsverbanden waarin bedrijven en de zorgsector samen innovaties kunnen doorontwikkelen.”

Bij dit alles is er één belangrijke voorwaarde: de technologie moet wel door patiënt en arts geaccepteerd en vertrouwd worden. Dat de eerste reactie op technologie vaak gereserveerd of zelfs wantrouwig is, vindt Van Bemmel niet vreemd. “Het gaat over je lichaam. En mensen die in de zorg werken, hebben een heel sterke intrinsieke motivatie hebben. Ze hebben voor het vak gekozen om van waarde te zijn voor anderen. Het is heel begrijpelijk dat technologie gevoelsmatig soms als een ‘indringer’ wordt ervaren, of op z’n minst op reserve stuit.”

“Het dossier van een individuele patiënt is nog steeds versnipperd."

“Wij willen daarom met onze honderden leden laten zien dat technologie niet tussen arts en patiënt komt te staan. Sterker: het kan die band juist krachtiger en effectiever maken, doordat het zorgverleners ontlast en ondersteunt. Hetzelfde geldt voor technologie voor thuismonitoring. Aan ons de taak om te laten zien dat je daardoor als patiënt weliswaar niet meer tegenover je arts zit – maar dankzij die technologie wel naast je familie. Waarbij je conditie ook nog eens beter en vollediger in de gaten kan worden gehouden.”

Inloggen in MijnFME

Exclusief voor leden
Sluiten